woensdag 5 februari 2014

Voor U gelezen

"De vroege monniken kenden de praktijk van het reciteren van bepaalde gebeden op verschillende tijdstippen elke dag, hetzij alleen, alsof zij kluizenaars waren, hetzij als gemeenschap, alsof zij cenobieten waren. De belangrijkste visie daarachter en de belangrijkste betekenis van die praktijk was om iets veels belangrijkers op die manier te koesteren en te voeden, met name het onophoudelijk gebed. Dat is dan weer een constante gemeenschap, ‘communie’, met God. Sinds God tot ons gesproken heeft, voelden zij aan dat onophoudelijk gebed eerst en vooral een onophoudelijk luisteren naar God was. Ze luisterden naar wat God hen bleef vertellen: in de stilte van hun hart en doorheen de vele teksten van de Schrift die zij uit het hoofd geleerd hadden en constant herkauwden [‘ruminatio’], doorheen ook de teksten die zij hoorden bij de liturgische vieringen, doorheen de woorden van een geestelijke vader en de geschriften van de ouderen, en ook doorheen alle gebeurtenissen in hun dagdagelijks leven. Lectio Divina was geen praktijk. Het was een houding van het hart.
Die houding raakte grotendeels verloren op het einde van de Middeleeuwen en meer nog in de post-Reformatietijd in de katholieke kerk. Sindsdien, en vooral in de voorbije vijftig jaar of zo, in het zog van de bijbelse beweging, herontdekten we het belang van de Schrift in ons monastieke leven en van lectio divina. Spijtig genoeg begonnen we Lectio Divina ook als een “praktijk”, of een “observantie” te zien, eerder dan als een fundamentele houding van het hart. De trouwe monnik maakt elke dag een half uur of een uur of zelfs meer vrij voor lectio en neemt dan zijn spirituele lectuur op, of zijn studies of andere activiteiten. Hij neemt een zeer open, ontvankelijke houding aan tijdens dat half uur, waarin hij naar God luistert, en geeft zichzelf tijdens de rest van de dag vaak over aan dezelfde dolle hetze, dezelfde competitiegeest, diezelfde afleiding, alsof hij niet had gekozen voor een leven van onophoudelijk gebed en constant zoeken naar de aanwezigheid van God. "

Armand Veilleux, ocso  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten